Insecten: de hoogste tijd om onze kleine vrienden te koesteren

De achteruitgang van insecten is nu wel duidelijk. Het gaat zowel om de aantallen als om de natuurlijke rijkdom in soorten, en het gaat om alle werelddelen. Als ze nog meer achteruit gaan, lopen we onbekende risico’s, doordat we op vele (en deels onbekende) manieren van hen afhankelijk zijn. We weten genoeg om nu in actie te komen. Laten we milieus vormen waarin onze kleine vrienden kunnen gedijen.

Insecten zijn buitengewoon belangrijk voor ons

Voor zover we dat kunnen berekenen leveren insecten een enorme bijdrage aan de economie. In de Verenigde Staten hebben slechts vier van de vele diensten die insecten ons leveren – begraven van uitwerpselen, bestrijding van ziekten, bestuiving en voeding van wilde dieren – een geschatte jaarlijkse waarde van tenminste $ 57 miljard. Misschien is dat een goede reden voor autoriteiten om iets te doen aan de bescherming van insecten. Maar uiteindelijk is de reden daarvoor dat insecten een sleutelrol spelen in het functioneren van ecosystemen. De basis van ons hele menselijke bestaan.

Drie onderzoekers betogen dat we genoeg weten om nu in actie te komen. We hoeven niet precies te weten waarom het aantal insecten achteruit en dan de oorzaken aan te pakken, zeggen ze. Want ‘wij handelen voortdurend zonder precieze kennis van oorzaken, zowel in ons persoonlijke leven als in ons beroep.’ Het idee dat wij onze problemen proberen op te lossen terwijl de wetenschap nog zoekt naar de oorzaken is helemaal niet vreemd. In de moderne geneeskunde zijn er vele ziektes waarvan wij de oorzaken niet precies kennen, terwijl we toch weten dat sommige medicijnen werken. Daarom gebruiken we hen. De schrijvers vinden dat we dezelfde aanpak moeten volgen bij de achteruitgang van insecten: de mogelijke oorzaken aanpakken én wetenschappelijk onderzoek doen.

Wat kunnen we doen?

Net gisteren publiceerde het Wereld Natuur Fonds een verontrustend rapport over de staat van de Nederlandse natuur. De achteruitgang van insecten speelt een belangrijke rol bij het verlies aan kwaliteit en schoonheid van de natuur. Tegenwoordig bestaan weiden uit monotone oppervlakken van Engels raaigras; terwijl ze vroeger vele bloemen huisvestten die even zovele insecten en vlinders aantrokken. Heidegebieden hebben veel te lijden van de uitstoot van ammoniak door de veeteelt. En waar insecten achteruitgaan, geldt dat ook voor de dieren die daarvan leven. Waaronder vele vogelsoorten en kleine reptielen. Die achteruitgang van de biodiversiteit vindt plaats over de hele wereld, lees daarover bijvoorbeeld dit artikel

Als we nu in actie willen komen, wat kunnen we doen? ‘Overheden wereldwijd, op alle niveaus,’ zo schrijven de auteurs van het genoemde artikel, ‘moeten in hun beleid stimuleren dat natuurgebieden worden beschermd en hersteld, dat de meest kwetsbare insectensoorten worden beschermd, dat zij niet te lijden hebben van bestrijdingsmiddelen die niet voor hen bestemd zijn, en iets doen dat hout snijdt aan klimaatverandering.’ Maar natuurlijk moeten niet alleen overheden in actie komen. Boeren zouden moeten overschakelen op geïntegreerde ongediertebestrijding, waarbij ze minder gif spuiten en meer vertrouwen op de natuurlijke verdediging tegen ongedierte. Natuurgebieden en parken zouden moeten worden beheerd met het oog op de diversiteit van insecten. En niet te vergeten: zelfs kleine lapjes grond, zoals privétuinen, stadsparken en de randen van parkeerplaatsen, kunnen op een manier worden beheerd die gunstig is voor insecten. Er was een interessant commentaar van de stadsecoloog van mijn woonplaats Amsterdam op het WNF-rapport. ‘In Amsterdam gaat het juist goed met de natuur,’ zo zei hij tegen Het Parool. ‘We gebruiken geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Voor natuur moet je in Amsterdam zijn.’

Interessant? Lees dan ook:
Bijensterfte, zullen we ooit de echte oorzaak weten?