Zorg om het klimaat

Bezorgd volg ik de berichten over het klimaat. Bezorgd in de eerste plaats over natuur en kwaliteit van leven op onze planeet. En ook bezorgd om de publiciteit daar omheen.

De spiraal van berichtgeving lijkt noodlottig gericht naar één kant: vergroting van bezorgdheid tot op de drempel van wanhoop en paniek. Pers en milieubeweging versterken elkaar hierin. De pers is van nature al gericht op slecht nieuws: ongelukken, problemen, en op politiek niveau: alles wat de zittende machten kan destabiliseren. De milieubeweging, die een impopulaire boodschap in haar pakket heeft (het opgeven van een luxe maar verspillend en vervuilend leventje) staat voortdurend bloot aan de verleiding bloot, haar zaak te overdrijven. Mensen moeten in beweging worden gebracht en de beste manier om dat te doen, is hen te schokken. Geen terughoudendheid maar uitvergroten van de boodschap!

Maar dit is een recept voor ontgoocheling. Vroeg of laat zal wellicht blijken dat de zaak te ernstig is voorgesteld. Het publiek zal ontwaken als uit een boze droom en de gemobiliseerde energie zal zich tegen de boodschapper keren. Niet dat dit nieuw is! Het zou de herhaling zijn van de omslag in publieke opinie begin jaren ’80, toen het publiek ontdekte dat de aarde niet binnen tien jaar zou sterven aan vervuiling en uitputting, zoals de boodschap van o.a. de Club van Rome met overdrijving was overgekomen. Het spook van de ondergang van de aarde werd verdreven door nieuwe spoken, beter gezegd door oude spoken die men dood had gewaand: recessie en werkloosheid.

Een paar voorbeelden van paniekaanvallen die overwaaiden. In het rapport ‘Grenzen aan de groei’ van Dennis Meadows e.a. uit 1973 wordt voorspeld dat bij toenemende consumptie en ongewijzigd productiepatroon vele grondstoffen zullen opraken, met als eerste kwik. Enkele ‘essentiële toepassingen’ van kwik werden beschreven, met de toevoeging dat er geen vervangers voor in zicht waren – waaronder de thermometer. Al deze toepassingen zijn verdwenen of het kwikgebruik is er drastisch in gedaald; tegenwoordig weet alleen opa nog te vertellen dat vroeger ‘het kwik’ de temperatuur aangaf.

Midden jaren ’80 werd de wereld opgeschrikt door de gevolgen van zure regen, bij de Oosterburen dramatisch aangeduid als ‘Waldsterben’. Nog een paar jaar zo doorgaan en er zou in Europa geen bos meer overblijven. Nu, twintig jaar later, is het probleem nog niet opgelost maar wel aanzienlijk in ernst afgenomen door maatregelen als een drastische verlaging van het zwavelgehalte van diesel en het invoeren van de driewegkatalysator.

Jaren lang werd er gewaarschuwd voor het teruglopen van het areaal aan natuurgebieden in Nederland. Tien jaar lang verwaarlozing van de Oostvaardersplassen volstond om een gebied dat bestemd was voor industrie om te toveren tot het grootste aaneengesloten natuurgebied van het land.

Het laatste voorbeeld illustreert de veerkracht van de natuur. De natuur blijkt heel goed te kunnen reageren op veranderende omstandigheden en nieuwe waardevolle evenwichten te kunnen scheppen. De reactie van de natuur is dan ook de grote onbekende in alle klimaatbeschouwingen. Zal de bonte vliegenvanger nóg eerder uit Afrika terugkeren als hij ontdekt dat rupsen, zijn favoriete kostje voor het voeren van zijn kroost, steeds eerder in de lente uit het ei kruipen, of zal hij uit Nederland verdwijnen? Hoe zullen de bossen in ons klimaat reageren op zwaardere stormen, droge hete zomers of juist overvloedige regenval? Zullen de schaaldieren in de oceanen zich aanpassen als ze minder snel kalk kunnen aanmaken door verhoging van de zuurgraad bij absorptie van meer CO2? Het is opvallend hoeveel slagen wetenschapsmensen om de arm houden als ze deze vragen bespreken. Ze weten het gewoon niet. Maar wij gewone mensen kunnen moed putten uit het gegeven dat de natuur al vaker sterke staaltjes van recuperatie heeft laten zien, zoals in de Oostvaardersplassen.

Nog belangrijker zijn de lessen uit de eerste twee voorbeelden, kwik en zure regen. Beide gebeurtenissen laten zien dat ook de mensheid zich snel kan aanpassen. Niet snel genoeg voor wie de wereld ziet vergaan, maar wel snel genoeg voor moeder natuur. De milieubeweging onderschat haar appèl. Wantrouwend van nature tegen schijnaanpassingen, kan zij vaak onvoldoende begrip opbrengen voor de veranderingen die zij teweeg brengt in hoofd en hart van duizenden mensen, niet alleen op verantwoordelijke posities maar ook op de werkvloer, daar waar de vindingen worden gedaan noodzakelijk voor de duurzame economie van overmorgen.

Toen de milieubeweging begon, in de jaren ’70, waren LEDs nog maar nauwelijks uitgevonden. De ontwikkeling daarvan gaat nu zó snel dat in de komende decennia misschien onze hele verlichting erop zal worden gebaseerd, met een besparing van 90% ten opzichte van de gloeilamp. Onze chemische industrie, in de jaren ’60 en ’70 opgebouwd rond de petrochemie, met grootschalige energievretende processen bij hoge temperatuur en veel gebruik van giftige oplosmiddelen, gaat in de komende tientallen jaren overschakelen op milieuvriendelijke processen bij lage temperatuur op basis van enzymen. Daarmee kunnen tussen haakjes ook veel zuiverder producten worden gemaakt, terwijl bovendien de afvalstroom aanzienlijk kleiner en minder giftig wordt. De economie is bij deze transformaties geen vijand maar een vriend, omdat bedrijven in het Westen naarstig op zoek zijn naar innovatieve processen die hen concurrentievoordeel kunnen geven ten opzichte van de lage lonen landen.

Angst is een slechte raadgever, paniek voert naar de rand van de afgrond. Er is bij nader inzien geen enkele reden om ons handelen voor een beter klimaat te laten ingeven door angst en paniek. Eerder is vastberaden optimisme op zijn plaats. Het is geweldig dat er in Europa een systeem van emissierechtenhandel tot stand is gekomen. Op het moment van schrijven is de uitdaging, dit vastberaden tot een succes te maken, tegen alle korte-termijn krachten in die aandringen op versoepeling, wat het ontstekingsmechanisme uit de motor zou halen. De cynicus zegt: wat maakt het uit, de realist zegt: nu is het tijd. Laat je niet ontmoedigen als je het milieu in je hart draagt, het tij is met je. Denk positief en tel je zegeningen.