Kopenhagen en verder

Steeds opnieuw, in de aanloop naar ‘Kopenhagen’ en de afhandeling daarvan, hoor ik de gelijkschakeling van schuld en verantwoordelijkheid. Vooral in de volgende samentrekking: het is de schuld van de rijke landen dat het klimaatprobleem is ontstaan, dus is het ook hun verantwoordelijkheid, het op te lossen. Het is een beschamend argument, eerder passend in een slecht huwelijk dan in internationale onderhandelingen, reeds als een Afrikaanse klimaatonderhandelaar daarmee komt, en zeker als een Westerling het argument overneemt.

Menswaardig leven is verantwoordelijk leven. Mensen leven verantwoordelijk door verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen situatie. Verbetering willen brengen in je lot betekent dan ook in de eerste plaats je eigen omstandigheden te willen verbeteren. Wie de schuld voor hun lot op een ander schuiven, geven aan dat de ander de eerste is die in actie moet komen en verdienen het daarom niet, geholpen te worden. Naarmate ontwikkelingslanden zich meer baden in zieligheid en de schuld van hun treurige situatie schuiven op het rijke Westen, tonen zij zich onverantwoordelijker en verspelen zij daarmee meer aanspraak op hulp.

Men moet hierbij juridische terminologie vermijden. Wat ter discussie staat, is niet een ‘recht’ op hulp. Het criterium is deels moreel, deels pragmatisch. Wie zelf verantwoordelijkheid neemt (moreel) zal effectiever omgaan met steun (pragmatisch).

Voor de rijke landen betekent dit het tegendeel van het onttrekken van hulp. Het betekent het uitsteken van de helpende hand aan wie verantwoordelijkheid neemt en daarmee demonstreert, hulp waardig te zijn.