Naar netto nul uitstoot van kooldioxide

Uniek: het Internationaal Energie Agentschap (IEA) publiceerde deze maand zijn NZE2050 scenario, naar netto nul uitstoot van kooldioxide in 2050. Nodig voor een klimaatstrategie waarbij de wereldtemperatuur niet sterker stijgt dan 1,5oC. NZE2050 wijkt sterk af van eerdere IEA documenten. Het agentschap erkent eindelijk dat zonne- en windenergie de ruggengraat kunnen gaan vormen van de energievoorziening.

Het NZE2050 scenario beschrijft een pad ‘dat smal is en buitengewoon uitdagend, waarbij alle betrokkenen – regeringen, bedrijven, investeerders en burgers – dit jaar en alle komende jaren actie moeten ondernemen zodat het doel niet uit zicht raakt.’ Maar het IEA houdt ook vast aan zijn richtsnoeren. Ten eerste: ‘energievoorziening zeker en betaalbaar houden zodat economische groei wordt bevorderd.’ En ten tweede: ‘dat schone energietransities eerlijk en inclusief moeten zijn, zodat iedereen kan meedoen.’ Geen nieuw economisch beleid dus van het IEA. Alleen veranderingen op energiegebied. Ontwikkelde economieën moeten zelfs ‘netto nul bereiken vóór opkomende markten en economieën, en hen helpen bij net bereiken van dit doel.’

Netto nul: revolutionair

Alle onderdelen van dit scenario zijn revolutionair. Ook al maakt het de eerste tien jaar geen gebruik van technologische innovaties. Alle technologieën gebruikt tot 2030 bestaan al. In deze periode zal beleid de belangrijkste motor van verandering zijn. Met het stellen van doelen en het organiseren van biedingen voor zonne- en windenergieprojecten. Versnelling van de elektrificatie van de maatschappij, vooral voor de 785 miljoen mensen die nog geen toegang hebben tot moderne energie. Vermindering van energieverliezen in het systeem. Afbouwen van subsidies aan fossiele brandstoffen, beprijzing van kooldioxide-uitstoot en andere maatregelen die de gewenste signalen uitzenden.

Voor netto nul uitstoot van kooldioxide moeten we het gebruik van fossiele brandstoffen snel verminderen, vooral dat van steenkool. Geen nieuwe kolencentrales zonder afvang van kooldioxide. Geen nieuwe steenkoolmijnen of uitbreidingen. Geen goedkeuring voor de ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden na 2021. Olie- en gasmaatschappijen moeten zich toeleggen op exploitatie van bestaande voorraden.

Grote veranderingen

De werkgelegenheid zal sterk veranderen. Volgens het scenario gaan 5 miljoen banen verloren in de fossiele industrieën. Daar staan 14 miljoen nieuwe banen in andere sectoren tegenover. Maar voor nieuwe banen zijn andere vaardigheden nodig, en ze zullen vaak ergens anders zijn. Industrieën met veel energiegebruik en autofabrikanten zullen hun fabrieken anders inrichten, en overschakelen op andere energiebronnen.

Tegen 2050 zal bijna 90% van alle elektriciteitsproductie komen uit duurzame bronnen, waarvan bijna 70% uit zon en wind. Kernenergie vult een groot deel op van de rest. Veel mensen zullen geen groter deel van hun inkomen besteden aan energie; ook al zal er in opkomende economieën veel vraag opkomen naar moderne energiediensten.

Afvang, gebruik en opslag van kooldioxide

Industrieën, vervoermiddelen en gebouwen moeten minder CO2 uitstoten; daarvoor zijn nieuwe technologieën nodig. Het IEA stelt vertrouwen in carbon capture, use and storage (CCUS) voor een deel van deze taak. ‘Vanaf 2030 zullen we elke maand tien grote fabrieken moeten bouwen met CCUS, drie nieuwe fabrieken op waterstof en 2 GW vermogen aan elektrolyse.’

Netto nul uitstoot van kooldioxide betekent ook dat er geen nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren meer worden verkocht vanaf 2035. Auto’s rijden op dan accu’s of brandstofcellen. De scheepvaart zal gebruik gaan maken van ammoniak. In de luchtvaart gaan ze bio- of synthetische brandstoffen gebruiken, met lage uitstoot. De uitstoot van gebouwen daalt met 40% in 2030 en met meer dan 95% in 2050. Tegen 2030 zijn 20% van alle bestaande gebouwen opnieuw geïsoleerd; dan zijn alle nieuwe gebouwen nul-op-de-meter. In 2050 wordt 66% van de gebouwen verwarmd met elektriciteit (33% in 2020). Verwarming met aardgas neemt in die periode af met 98%.

Netto nul vereist grote investeringen

Flexibiliteit is essentieel, vooral in het nieuwe elektriciteitssysteem; om zonne- en windenergie te matchen met de vraag naar energie. We hebben batterijen nodig, vraagvolgsystemen, piekcentrales met lage uitstoot, ondersteund door slimmere en digitaal ondersteunde elektriciteitsnetten. Daarvoor zijn nieuwe materialen nodig. En we moeten aandacht besteden aan de verdediging van elektriciteitsnetten tegen cyberaanvallen.

Voor al deze veranderingen zijn investeringen nodig. Tegen 2030 zullen we jaarlijks $ 5 biljoen moeten investeren in de energievoorziening. Overheden spelen hierbij een hoofdrol, om de risico’s voor investeerders te beperken en te verzekeren dat de baten aan iedereen toekomen. Aan de andere kant gaat de productie van olie en gas afnemen, met vérgaande gevolgen voor alle betrokken landen en bedrijven. De gezondheid gaat er wél op vooruit: 2 miljoen minder vroegtijdige sterfgevallen door luchtverontreiniging in 2030.

In de bijlagen geeft het IEA de details van hun NZE2050 scenario. De economie blijft groeien in dit scenario, met 2,7% jaarlijks tot 2030 en 2,3% daarna. Wind- en vooral zonne-energie zullen veel goedkoper zijn dan alle andere energiebronnen. De details verschillen, afhankelijk van de regio. Maar globaal geeft het IEA de volgende kosten voor energieproductie in 2030, in $/MWh: kernenergie 90, gas 110, zon 30, wind op land 40, en wind op zee 55. Het hoeft ons daarom niet te verbazen dat zonne- en windenergie geweldig gaan groeien en dat gas uitdooft. In dit scenario zal zonne-energie tot 2050 groeien met 2100%, windenergie met 1400%, bio-energie met 250% en kernenergie verrassend genoeg nog altijd met 100%.

Commentaar

Dit is een ontwikkeling die niet als zodanig wordt ondersteund door het IEA. Het is een scenario, afhankelijk van zijn doel (1,5oC temperatuurstijging wereldwijd), zijn vooronderstellingen en instrumenten. Het IEA legt er veel nadruk op dat dit pad ‘afhankelijk is van onvoorwaardelijke toewijding van alle overheden – ze moeten samenwerken met elkaar, en met bedrijven, investeerders en burgers…. (Het) is afhankelijk van een niet eerder vertoonde mate van samenwerking tussen landen, vooral bij innovatie en investeringen.’ Klinkt hier misschien wat scepsis door tussen de regels?

Bovendien geeft het IEA kritiek op regeringen: ze besteden teveel lippendienst aan klimaatdoelen. Lang niet alle landen hebben netto nul als beleid. Van deze landen heeft minder dan een kwart dit vastgelegd in wetgeving. En nog minder landen hebben plannen gemaakt op basis van duidelijke maatregelen. Kortom, de wereld zit nog lang niet op het pad leidend tot 1,5oC stijging van de wereldtemperatuur. Het IEA schat dat bestaande plannen zullen leiden tot een temperatuurstijging van 2,7oC. Als alle landen zich aan hun beloftes houden zou dit misschien kunnen dalen tot 2,1oC. Er moet dus nog veel worden gedaan, zowel in politieke standvastigheid als in het ontwikkelen van betere beleidsmaatregelen.

En de schaal van de energievoorziening?

Opvallend genoeg zegt het IEA niets over schaalkwesties. Voor ons is duidelijk dat schaalkwesties essentieel zijn bij een ambitieus scenario als NZE2050. Zonne- en windenergie zijn lokale energiebronnen, en veel energiegebruik is op plaatselijke schaal. Dan hoeven we de energie niet eerst naar een centraal niveau te brengen en dan weer terug. Daarom wat ons betreft geen grootschalige technologie als CCS – alleen opslag – als we deze kunnen vermijden (alleen kosten, geen opbrengsten); en geen nieuwe kerncentrales (te duur, zelfs volgens de cijfers van het IEA zelf). Nieuwe infrastructuur! Vermindering van energieverliezen door een aangepaste schaal! Maar kennelijk hebben instellingen die altijd grootschalig hebben gedacht, tijd nodig om dit tot hen door te laten dringen.

En misschien… misschien is het niet eens écht nodig de emissies helemaal naar nul terug te brengen. Het streven is loffelijk, maar zoals de Oosterburen zeggen: jeder Konsequenz führt zum Teufel. We moeten altijd kosten en opbrengsten (hoe dan ook gemeten) tegen elkaar blijven afwegen.

Interessant? Lees dan ook:
Schaalproblemen in de energietransitie