Angst en rancune

Kan iemand mij vertellen, zo schreef Karin Spaink vorige week in haar column in Het Parool, waarom mensen hun land zouden willen laten leiden door een volstrekt onbetrouwbare man als Donald Trump? Ik denk eigenlijk dat niemand dat wil. Zijn kiezers willen niet dat Trump leidt, maar afbreekt. Zij kiezen voor hem omdat hij hun angst en rancune spiegelt. Damn the consequences.
Wat nu in de Verenigde Staten gebeurt kunnen we zien als de apotheose van het wantrouwen tegen de overheid dat in het land is ingebakken. Republikeinse leiders roeren allang die trom, vanaf president Johnson. Ze spelen in op dat wantrouwen en versterken het daarmee voortdurend. Met een beroep daarop hebben ze al vele verkiezingen gewonnen. Ze zijn nu niet meer in staat om zichzelf en hun achterban te matigen, zelfs nu wantrouwen is verworden tot angst en rancune, en ze ook zelf overspoeld worden door de vernietigende kracht ervan. Het gaat nu zó ver dat veel Republikeinse kiezers er bij voorbaat van overtuigd zijn dat een Democratische overwinning in november alleen door fraude tot stand kan komen; ze uiten zelfs doodsbedreigingen aan Hillary Clinton. En dat in het land dat zich als de leidende democratie van de wereld beschouwt. Donald Trump is de ultieme verpersoonlijking van dat wantrouwen tegen de overheid – tot nu toe. Hij heeft geen verleden in het politieke spel en maakt geen geheim van zijn minachting daarvoor. En zijn rauwe emotionaliteit slaat aan bij mensen die de grond onder hun voeten voelen wegzinken. In dit klimaat stellen mensen zich in het geheel niet voor dat Trump ‘beleid’ zou gaan voeren. Een bom eronder, is de boodschap van Trump én van zijn kiezers.
Achteraf beschouwd heeft de mensheid rond de eeuwwisseling een reeks rampzalige beslissingen genomen, die onder meer de Amerikaanse middenklasse zwaar hebben getroffen. Loslaten van de checks and balances in het financiële systeem ingesteld na de krach van 1929, waardoor de banken veel meer macht kregen. Nalaten de regels voor de beurshandel aan te passen aan het computertijdperk, met de creatie van de virtuele geldbubbel tot gevolg. Creatie van de Euro met een neoliberale opdracht, waardoor ongelijkheden groeiden in plaats van afvlakten. De frauduleuze verkiezing toestaan van George W. Bush tot president van de VS (wat had onze wereld er anders uitgezien als deze clown aan ons voorbij had mogen gaan). In rap tempo heeft de wereld daarmee voor een miljard mensen de belofte ongedaan gemaakt van economische stabiliteit. De perfecte voedingsbodem voor angst en rancune.
Het wordt daarom tijd dat we de oude studies over de autoritaire persoonlijkheid weer eens openslaan en bedenken wat we daaruit kunnen leren. Deze studies (van kort na de Tweede Wereldoorlog) probeerden een antwoord te geven op de vraag waarom Hitler aan de macht kon komen. Wat was er gebeurd in de geesten van gewone mensen waardoor zij ruim baan gaven aan het kwaad van de nationaalsocialisten? Het was een onderzoek naar de manier waarop angst en rancune zich in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog een weg hebben gebaand. In onze veel individualistischer maatschappij ziet die weg er natuurlijk anders uit dan negentig jaar geleden. Maar de vraagstelling blijft dezelfde. Wat doen angst en rancune met de maatschappij? Is Trump het gevolg? Of komen er nog nieuwe gevolgen ná Trump?