Sappigheid, dat kwam de kweekburger nog tekort eerder deze week. Maar de verwachtingen zijn hoog gespannen. Binnen twintig jaar kunnen we allemaal een burger kopen waarvoor geen koe is geslacht. Toch kan dat nu ook al: de vegaburger, te koop bij de vegetarische slager, is smakelijk én sappig, en kost geen € 250.000 maar twee voor € 2,89.
De wereldpers heeft het gemist, maar kort na de gelikte presentatie van de kweekburger was er in Londen nóg een presentatie van een burger, waarvan wij weten doordat de Nederlandse pers (NRC Handelsblad) erover berichtte. Terwijl de maker van de kweekburger, Mark Post van de Universiteit van Maastricht, denkt nog twintig jaar nodig te hebben, is de door Jaap Korteweg ontwikkelde vegaburger (ontwikkeltijd minder dan 2 jaar) al op de markt. Hij is gemaakt van onder meer lupine en soja, en heeft alles wat de kweekburger niet heeft: vet, sappigheid, smaak.
Voor zover de hamburger ooit aantrekkingskracht voor mij heeft gehad, is die met het klimmen der jaren wel verdwenen. De hamburger is niet meer dan een bonk gemalen vlees, alleen lekker te maken door er flink wat groenten en sauzen bij te serveren. De populariteit van de hamburger is het product van gewoonte en prijs. En vanwege die prijs is de vegaburger een heel goed idee – in miljoenvoud gemaakt, moet hij hamburger én kweekburger kunnen verslaan.
De lat hoger
Niet voor niets legt Mark Post de lat hoger. Een kunstmatige biefstuk maken, dat is zijn doel. Kijk: dat is een beter idee. Eerst de Amerikanen paaien met hun eeuwige hamburger, en pas daarna de stip op de horizon onthullen. De haute cuisine, maar dan wel ecologisch verantwoord en geheel klimaatneutraal. Als wij de potentie van de technologie goed inschatten, dan zouden de kunstmatige biefstukken op den duur zelfs beter kunnen smaken dan het vlees van de koe. Trouwens, als het om dierenleed gaat: kunstmatige tonijn zou ook heel wat levens kunnen sparen.
Maar hoe moet het met de melkdrinkers, en dragers van leren schoenen en tassen, als de kweekburgers de wereld veroveren? Vijftigduizend koeien over de hele wereld zouden voldoende zijn voor productie van de cellen die aan de basis van zijn burgers staan, zo schat Mark Post. Zou de mensheid dan aan de sojamelk moeten? Dat zou de haute cuisine weer geheel teniet doen.
Voorlopig ligt de vegaburger ver voor in de battle of the burgers, ondanks het publicitaire geweld ontketend door Google-oprichter Sergey Brin. Een oude wet zegt dat een innovatie dertig jaar tijd nodig heeft om door te breken. In de eerste tien jaar moeten de onderzoekers hun innovatie vervolmaken. In het tweede decennium moeten de technologen de uitvinding in de vingers krijgen. En dan duurt het nog tien jaar voordat de marketeers het product goed in de markt hebben gezet. Mark Post heeft pas de eerste tien jaar achter de rug. De vegaburger kan nog twintig jaar werken aan zijn marktaandeel. Da’s pas echt vet.