De Nederlandse samenleving desintegreert, en het lukt ons niet dat proces stop te zetten. Een belangrijk gevolg is dat er voor grote maatschappelijke problemen geen effectieve oplossingen komen. Juist bij echte oplossingen is er altijd wel een machtige belangengroep die zich ertegen verzet. Pappen en nathouden is overal.
De rol van de banken
Afgelopen week heeft ING geschikt voor een jarenlange praktijk van hand- en spandiensten bij het witwassen van geld. Ze moeten een boete betalen van meer dan € 700 miljoen. Het Openbaar Ministerie gaf als reden voor niet-vervolging op dat zo’n procedure jaren zou kosten. Ja, voor het OM is dit een goede reden: zo’n proces zou buitengewoon veel aandacht en tijd kosten van het OM, ze zouden de zaak hard moeten maken tegenover de beste advocaten van het land, en de uitkomst zou onzeker zijn. De burger kan er met recht in zien dat sjoemelpraktijken niet worden bestraft zolang ze maar op het hoogste niveau plaats vinden. Misschien zouden er geen concrete personen gevonden kunnen worden, verantwoordelijk voor het witwassen van geld, zei het OM. Onwaarschijnlijk, maar à là, dan zou de hoogste man ervoor moeten worden aangeklaagd dat hij een structuur heeft geleid waarin lekken zaten bij de behandeling van zeer grote bedragen. Maar wat doet de goede man, Ralph Hamers is zijn naam? Hij blijft aan, naar hij zegt om het veranderingsproces te leiden. Zijn gebrek aan kompas bleek ook al uit zijn drammerij om een miljoen meer te krijgen – gelukkig niet doorgegaan, maar hij zal wel weer een andere route vinden; de commissarissen bij ING zijn steeds notoir laks geweest bij het handhaven van een maatschappelijk aanvaardbare koers. En dat alles nadat de bank met kunst- en vliegwerk is gered door de staat. Het is vaak gesignaleerd, en het blijft waar: tien jaar na de bankencrisis is er geen structureel andere bankenwereld, de sector heeft zo te zien niets geleerd. Er was een groot maatschappelijk probleem en het is niet opgelost.
Werkgelegenheid voor gehandicapten
Dezelfde gedachten komen op wanneer we zien hoe gehandicapten worden behandeld in de samenleving. Gehandicapten zijn een probleem (voor de economie dan) want hun productiviteit ligt laag. Mensen met psychische problemen of chronische moeheid kunnen misschien helemaal niet meedraaien in het arbeidsproces. Al jaren weigert het bedrijfsleven op te draaien voor de kosten van een menswaardige arbeidsplaats voor gehandicapten. Integendeel, door de steeds opgeschroefde productiviteitseisen kunnen steeds meer mensen niet meer meekomen. Er zijn effectieve oplossingen, maar die worden geblokkeerd juist omdat ze werken. De ultieme oplossing werkt met vouchers voor arbeidsplaatsen voor gehandicapten; beter gezegd: zo’n voucher geeft het recht een gehandicapte niet in dienst te nemen.
Het systeem werkt als volgt. Stel dat bedrijven (en overheden!) op elke 50 werknemers 2 gehandicapten in dienst zouden moeten nemen om het maatschappelijke probleem op te lossen (het kunnen er ook meer of minder zijn). Bedrijf A van 50 werknemers kan gehandicapten totaal niet plaatsen; maar bedrijf B, ook van 50 werknemers, kan er misschien wel 4 aan het werk zetten. Bedrijf A moet 2 vouchers kopen en kan die kopen van bedrijf B, die ze over heeft. Als de kosten van het in dienst hebben van de gehandicapten voor bedrijf B laag zijn, hoeft bedrijf A daarvoor maar een schijntje te betalen; maar als de gehandicapten bijvoorbeeld veel productiviteitsverlies veroorzaken bij bedrijf B, stijgt de prijs van de voucher. Uiteindelijk bepaalt de markt het optimum, waarbij de kosten van het in dienst nemen van gehandicapten (of niet) gelijkmatig over bedrijven zijn gespreid. Deze werking van de markt is standaard economische theorie, en het is juist deze eigenschap van markten die mensen aanroepen als ze zeggen dat ze ‘voor de vrije markt’ zijn. Natuurlijk zijn er vele randvoorwaarden die moeten worden vervuld, en elke markt heeft een marktmeester nodig die zorgt voor goede spelregels en de handhaving daarvan. Dus waarom het vraagstuk van de gehandicapten niet via het marktmechanisme geregeld? Om de eenvoudige en platte reden dat bedrijven niet willen betalen voor mensen die de economische rat race niet kunnen volhouden. En dus sukkelt Nederland al jaren met convenanten die niet worden nageleefd, en tenslotte met het schandalige plan om gehandicapten dan maar minder te betalen dan het minimumloon. Gelukkig gesneuveld, ook al deze week, maar de druk om een oplossing te vinden ten koste van de gehandicapten blijft natuurlijk bestaan. Totdat wij eindelijk effectieve oplossingen willen toepassen.
Effectieve oplossingen voor klimaatverandering
Effectieve oplossingen bestaan er ook voor ons laatste vraagstuk, dat van de klimaatverandering. Nederland, als alle andere landen, heeft zich in het Akkoord van Parijs verplicht het nodige te doen om de opwarming van de Aarde binnen 2oC, en zo mogelijk binnen 1,5oC te houden. Alleen: effectieve actie ontbreekt, tot nu toe. Ja, er zijn wervende vergezichten waarin wij ooit aan onze verplichtingen zullen voldoen. Maar op korte termijn lukt dat niet, want ja, het kost geld. Het bedrijfsleven wil meewerken maar presenteert daarvoor wel een rekening. Alles wordt uit de kast gehaald om toch maar niet aan ‘Parijs’ te voldoen. Urgenda heeft de zaak zelfs aan de rechter voorgelegd, en gelijk gekregen: de overheid moet zorgen voor effectieve oplossingen. Die zijn er wel, zelfs voor bedrijven die internationaal moeten concurreren. Als wij CO2-uitstoot gaan belasten, bijvoorbeeld, waardoor ons staal zich uit de markt zou prijzen, zouden wij dan niet aan de Europese grens een heffing kunnen instellen voor Russisch staal, gelijk aan de CO2-uitstootrechten die de producent binnen de EU had moeten betalen? Zodat er toch een gelijk speelveld ontstaat?
Er zijn misschien wel altijd effectieve oplossingen te vinden voor maatschappelijke vraagstukken. Maar naarmate een oplossing beter werkt, wordt er ook harder pijn geleden, ergens. Als de maatschappij desintegreert, maakt elke belangengroep zich alleen sterk voor zijn eigen belang, waardoor echte oplossingen onmogelijk worden en maatschappelijke vooruitgang wordt geblokkeerd. In zo’n tijd lijken wij te leven.