In het steeds meer eurosceptische Nederland krijgen intellectuelen juist meer belangstelling voor Europa. Het ronduit pro-Europese essay ‘Der Europäische Landbote’ van de Oostenrijkse romancier en essayist Robert Menasse is vertaald in het Nederlands. En het dikke boek van de Belgische onderzoeker Jonathan Holslag, ‘De kracht van het paradijs’, een pleidooi voor een ambitieus Europa, wordt goed verkocht. Holslag verscheen zelfs in De Wereld Draait Door, tegenwoordig de hoogste erkenning voor een intellectueel.
Wat is het democratische mandaat van Merkel?
Menasse gaat in zijn boek flink tekeer tegen de euroscepsis. Méér Europa wil hij, en vooral een democratischer en meer federaal Europa. Hij verdedigt vooral de rationaliteit van de Europese instellingen tegen het nationale eigenbelang, vertegenwoordigd door de regeringen. Neem bijvoorbeeld de Griekse schuldencrisis. De voorstellen van de Europese Commissie waren goed, en hadden ons snel uit de crisis geholpen. Met pijn, maar beperkte pijn. Maar de nationale eigenbelangen verzetten zich daartegen. Vooral de angst van de Duitsers, Nederlanders en Finnen om hun geld kwijt te raken speelde een grote rol. ‘Alles wat wij de Grieken lenen, zal tot de laatste cent worden terugbetaald,’ zo verzekerden regeringsleiders, die wel beter wisten. En met dat als leidend principe werden halfslachtige maatregelen getroffen, gebouwd op illusies, die verzekerden dat de crisis bleef doorzieken. Daardoor werden ook andere landen, en tenslotte de gehele Eurozone, in de crisis meegetrokken. De wil van Angela Merkel is wet, zo foetert Menasse. Ze kijkt naar haar Duitse electoraat, maakt een een-tweetje met de Franse president, en de rest moet volgen. Maar wat is het democratische mandaat van Merkel? Alleen de Duitsers kunnen op haar stemmen, en dat heeft dan nog minder dan de helft van hen gedaan. De democratisch gekozen Europese organen, vooral het parlement, worden buitenspel gezet. Volgens Menasse geeft méér Europa beter beleid, en meer democratisch mandaat.
Een ambitieus Europa in de wereld
Jonathan Holslag neemt meer de positie van Europa in de wereld als uitgangspunt. Wij gaan toe naar een ‘Aziatische eeuw’, zo zegt hij. ‘Voor het eerst sinds eeuwen zal Europa de rest van de wereld niet als speeltuin tot zijn beschikking hebben om interne conflicten op te lossen, maar heeft de rest van de wereld Europa als speeltuin voor een nieuwe episode van economische twisten, strategische rivaliteit en radicalisering’ (p.545). De enige manier om dat te voorkomen is, een ambitieus Europa te worden. Europa wordt nu uitgehold doordat burgers afhaken en zich niet meer verbonden voelen met hun samenleving. En terecht, voor zover het de onderste 40% van de bevolking betreft. Die ziet zijn toekomstperspectief verdampen en heeft alleen de keus om van de éne onbetekenende tijdelijke baan naar de andere te worden geschoven. Europa ondergraaft zichzelf, verliest de steun van zijn burgers, en wordt zo inderdaad tot speelbal van de nieuwe economische machten.
‘Natuurlijk hebben we meer Europa nodig.’ Holslag geeft een voorbeeld. Bij de onderhandelingen over het klimaat stelde Europa zich in het begin ambitieus op, en toonde daarmee kracht. Het stelde als enige ter wereld een markt van CO2-emissierechten in. Bij succesvol functioneren zou deze een krachtig wapen zijn om de uitstoot te beteugelen. Maar door de economische crisis groeide het energiegebruik bij lange na niet zo sterk als verwacht. Er kwam een overschot aan emissierechten en de markt kelderde. Een krachtig en ambitieus Europa had daarop gereageerd door emissierechten uit de markt te nemen. Maar sommige lidstaten verzetten zich daartegen. Ja, uit nationaal eigenbelang. Holslag noemt Polen en Italië. En daarmee reduceerde Europa zich in één klap tot onbetekenende factor. Het had niet eens de kracht om zijn eigen doelstellingen waar te maken. Laat staan een vuist te maken in internationale onderhandelingen. En zo geeft Holslag vele voorbeelden.
Een nieuw humanisme
Terecht legt Holslag er de nadruk op dat een ambitieus Europa in de eerste plaats een nieuwe interne motivatie moet vinden, een nieuw ethos. Hij noemt dit een nieuw ‘humanisme’. De Europese landen moeten dit vooral vinden door de waarden te versterken waaraan Europeanen hechten. De economische agenda moet deze waarden weerspiegelen. Daarom moet een ambitieus Europa werken aan zes terreinen, in volgorde: kwaliteitshuisvesting, openbare infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg, landbouw en industrie. De eerste vier zijn nodig om Europese burgers het gevoel terug te geven dat het in de samenleving ook om hen gaat. De laatste, de industrie, komt bij beleidsmakers meestal op plaats één. Ook deze moet volgens Holslag de nieuwe maatschappelijke prioriteiten weerspiegelen: schone energie, duurzame materialen, recycling, openbaar vervoer, betaalbare medicijnen enzovoort. En ook de manier waarop de industrie produceert, wordt belangrijk: ‘Voor een veerkrachtiger samenleving is het industriële proces even belangrijk als het product. Het gaat om arbeidsomstandigheden, het milieu, duurzaamheid, de gevolgen voor het vervoer, de kwaliteit van de leveranciers en zelfs om schoonheid’ (p.530). Met dit humanisme, zo zegt Holslag, kan een ambitieus Europa zijn burgers weer aan zich binden.
In Nederland heeft Holslag de goedkope kritiek gekregen dat hij gemakkelijk praten heeft als burger van een mislukte staat (België) bij zijn pleidooi voor een sterker Europa. Dat doet geen recht aan zijn overtuigende argumentatie. Door het Europese project te halen uit het gemillimeter van bureaucratische regels, en door een nieuw maatschappelijk ideaal te formuleren, zet Holslag zijn project voor een ambitieus Europa overtuigend neer.
Jonathan Holslag, De kracht van het paradijs, Hoe Europa kan overleven in de Aziatische eeuw. Antwerpen 2014. Zal worden vertaald in het Engels en het Chinees.
Robert Menasse, Der Europäische Landbote. Die Wut der Bürger und der Friede Europas. Wenen 2012.
De Europese koerier. De woede van de burger en de vrede van Europa. Amsterdam 2013.