Het Nederlandse old boys netwerk is erger dan het Engelse

Wat een schandalen de laatste tijd in Engeland! Het pedofielennetwerk blijkt steeds wijder vertakt dan men eerst dacht. Niet alleen TV presentatoren maar ook politici blijken zich aan kinderen vergrepen te hebben, tot aan een premier (Edward Heath) toe. Dit laatste schijnt zelfs zo ongeveer publiek bekend te zijn geweest (binnen het old boys netwerk dan), en dus ook algemeen verzwegen. Het netwerk is sterk! – Maar wie zijn wij, Nederlanders, om de staf te breken over de Engelsen? Het Nederlandse old boys netwerk is erger dan het Engelse.

Nee, Nederland is niet zo’n klassenmaatschappij als Engeland. Er is onder ‘hooggeplaatsten’ veel minder standsbesef; veel minder afkeer van pottenkijkers uit de lagere standen. Men veroordeelt anderen niet omdat zij van lage komaf zijn. Dat is niet de reden waarom insiders elkaar vasthouden, in Nederland. Vreemd genoeg is de saamhorigheid onder hooggeplaatsten hier veel kleiner. Hier spelen andere mechanismen. Hier is een algemeen besef van de breekbaarheid van reputaties. Wie  geheimen naar buiten brengt doet iets onherstelbaars. Vandaar waarschijnlijk de huiver om anderen te ‘verraden’, en het automatische cordon dat meestal wordt getrokken rond de ‘verraders’.

Angst en hoogmoed

De oer-Hollandse formule voor dit gedrag is ‘je kop niet boven het maaiveld uitsteken’. Voor Engelsen is juist dit geen probleem – denk aan de lange Engelse traditie van excentriek gedrag. In Nederland is de straf voor ‘zijn kop boven het maaiveld uitsteken’ figuurlijk: een kopje kleiner maken, in de praktijk: geïsoleerd worden. Er zit een onderliggend minderwaardigheidscomplex in de Nederlandse cultuur waardoor dit voor velen een afschrikwekkend vooruitzicht is – nog afgezien van het feit dat maar weinig landgenoten ‘of independent means’ zijn. Het is dus eerder uit angst dan uit hoogmoed dat Nederlanders onrecht laten voortbestaan – een paradoxale situatie.

Voorbeelden? Laten we niet te hoog in de boom beginnen. Blunders van de politie worden bijna nooit adequaat bestraft. Meestal gaan blunderende politieagenten zelfs helemaal vrijuit – in elk geval in het openbaar. De politieleiding doet zijn uiterste best om zijn dienders niet af te vallen. Zelfs wanneer zij opzichtig hebben gefaald. Zie de zaak Mitch Henriquez, de man die werd doodgedrukt op een station in Den Haag. Of het doodschieten van Cyprian Broekhuis, een schizofrene man die moest worden opgehaald om naar een instelling te worden gebracht. En niet alleen de politieleiding stelt zich zo op; het Openbaar Ministerie laat het ook afweten; het gaat in zulke gevallen bijna nooit tot vervolging over.

Klokkenluiders

Dan klokkenluiders. Het vergaat hen in Nederland slecht. Ze worden door hun collega’s geïsoleerd, door de bedrijfsleiding uitgestoten. Zelfs als ze het moreel gelijk aan hun zijde hebben (en dat is meestal het geval), staan ze aan het eind met lege handen: zonder baan en zonder vrienden. Het lot van Nederlands bekendste klokkenluider, Ad Bos, die de bouwfraude aan het licht bracht, is kenmerkend – en afschrikwekkend. Er is na al het onmiskenbare bewijs dat Bos naar boven bracht, tenslotte slechts één man vervolgd wegens bouwfraude: precies, Ad Bos. Schaamteloos was een interview met Elco Brinkman, destijds de voorman van Bouwend Nederland, over deze zaak. Op alle vragen had Brinkman slechts één antwoord: wat zou het Nederland gebaat hebben, als de top van de bouwbedrijven was vervolgd? Nooit heb ik de koopman zo schaamteloos de dominee aan de kant zien zetten. Klokkenluiders, ik heb mijn twijfel over de bescherming die de wet hen sinds kort biedt.

Engelands bekendste klokkenluider heet Clive Ponting. In 1984 werd hij gearresteerd omdat hij vertrouwelijke informatie van het Ministerie van Defensie had gelekt naar de parlementaire oppositie. Ponting had zich zeer gestoord aan de manier waarop de regering, en met name zijn minister, Michael Heseltine, de verantwoordelijkheid probeerde te ontlopen voor het torpederen van de Argentijnse kruiser Belgrano tijdens de Falklandoorlog, twee jaar eerder. Hij had uiteindelijk een anonieme brief in de bus gedaan van het lastige Labour-parlementslid Tam Dalyell, ter aanmoediging en met enkele aanwijzingen voor verdere actie. Ponting werd gearresteerd, vervolgd en tot ieders verrassing (en tot grote ergernis van de regering-Thatcher) vrijgesproken; vooral ook doordat de Britse wetgeving op dit gebied liberaler is (!) dan de Nederlandse.

Old boys netwerk, maar dan anders

Door onmiddellijke isolering van boodschappers van slecht nieuws kan Nederland nooit met zijn verleden in het reine komen. Kenmerkend is de poging van Joop Hueting in 1969 om ter sprake te brengen dat Nederlandse militairen oorlogsmisdaden in Indonesië hebben begaan, tijdens beide ‘politionele acties’ waarmee de onafhankelijkheid van het land moest worden voorkomen. Hueting werd volkomen afgemaakt door de pers, de Telegraaf voorop. En hoewel sommige veteranen blij waren dat afschuwelijke herinneringen eindelijk werden benoemd, wilden de meesten niets weten van welk discussie dan ook. Huetings poging verdween uiteindelijk bijna geheel uit het nationale bewustzijn. Ook bij recente pogingen om dit verleden te verwerken, kwam onmiddellijk verzet ‘omdat je militairen die hun plicht deden niet zomaar (!) van oorlogsmisdaden mag beschuldigen’. De Duitsers hebben hun oorlogsmisdaden beter verwerkt dan de Nederlanders – pijnlijk om het te moeten zeggen.

Tenslotte: het Nederlandse pedofielennetwerk. Als er in Nederland één netwerk een old boys netwerk is, dan wel dit. Met als meest opvallende figuur de voormalige secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie, Joris Demmink. Jarenlang achtervolgd door geruchten, ‘geen vuur, zelfs geen spoor van rook’, volgens zijn achtereenvolgende bazen, de ministers Donner en Opstelten. Demmink was zó onschuldig dat hij tenslotte in een besloten rechtszitting (!) van rechtsvervolging moest worden ontslagen. Maar met Demmink aan het roer was er wel een opvallend aantal voorvallen met de geur van pedofilie in Nederland. De zaak Marianne Vaatstra; de uiteindelijke ongeloofwaardige verdachte werd zó slecht verdedigd dat een aantal collega-advocaten de man voor de deken wilde slepen. Veel ontlastend bewijs bleef onaangeroerd liggen. De zaak Anass Aouragh – door de politie direct op ongeloofwaardige wijze afgeserveerd. De grote zaak in Amsterdam rond een peuterspeelzaal; de verdachte Robert M. werd wel veroordeeld – maar wat is er toch gebeurd met zijn adressenboekje? En er is meer. Wie eenmaal een patroon herkent blijft achterdochtig. Old boys netwerk aan de gang.

Nederland is mijn land. Maar het stinkt hier. Wij hebben behoefte aan moed.