Donald Trump verdeelt de geesten: je bent enthousiast of hij maakt je bang voor de toekomst, een middenweg is moeilijk. Trump breekt radicaal met de politieke omgangsvormen en dreigt en schmiert erop los. Zowel enthousiasme als angst zijn daarop een reactie. Maar beide dringen niet door tot de kern. Waarom niet meer aandacht voor de gekwetste persoonlijkheid, die nu zo duidelijk aan de macht is?
Charisma
De gekwetste persoonlijkheid als politiek fenomeen geeft een diepere, duistere laag aan charisma. Het charisma van leiders is een appèl aan volgelingen om zich samen met de leider te wijden aan een hoger doel. Dit is het centrale mechaniek van de vorming van massa’s, een eeuw geleden nog zo’n geliefd object van discussies en van studie, nu bijna helemaal vergeten. Alsof zich nu geen massa’s meer vormen. Opgaan in de massa betekent deels het offeren van je individualiteit, je keuzes laten bepalen door anderen; maar deels ook juist de inzet van die individualiteit voor het hogere doel, gedefinieerd door de leider. Na WOII had de wereld (tenminste: het Westen) grondig genoeg van leiders; voorlieden van politieke partijen moesten zich altijd verschuilen achter hun idealen. Maar met Trump is de leider weer terug.
De leider is niet per se een slecht verschijnsel. Wij zijn allemaal groot geworden door identificatie met leidslieden, hetzij door hen te volgen, hetzij door ons tegen hen af te zetten. Mensen hebben leiders nodig die idealen verpersoonlijken; het abstracte ideaal als leidend beginsel mist vlees en bloed. De overheersing van het abstracte ideaal is een belangrijke factor in de politieke vervreemding van de Westerse kiezer. In onze maatschappij wordt wel erg sterk een beroep gedaan op ’s mensen vermogen tot abstraheren – een intellectuele eigenschap waarvan intellectuelen maar moeilijk de beperkingen inzien. We hebben mensen van vlees en bloed nodig om het maatschappelijke vuur aan te wakkeren! Mensen die zich tonen in al hun kracht en zwakte. Leiders, kortom.
De gekwetste persoonlijkheid
Trump is niet alleen een leider, hij vertegenwoordigt nog iets anders: de gekwetste persoonlijkheid. Nee, ik heb hem niet onderzocht, ik weet het niet zeker, maar de man straalt het uit. Wat zijn zwakke punt is? De onvermijdelijke vaderfiguur voor wie hij zich nog altijd moet bewijzen? Klasgenootjes die hem hebben gepest en op wie hij sindsdien wraak neemt? De man staat voortdurend in de aanvalsstand, het teken van een pantser, en dat weer het teken van een weke kern. Ja, in zijn agressie toont Trump zijn zwakte, zijn gekwetste persoonlijkheid. Ik vermoed dat het precies die gekwetstheid is, die het charisma van Donald Trump bepaalt. Met andere woorden: zijn volgers verbinden zich in de eerste plaats dáármee, vanuit hun eigen gekwetstheid. Het is niet moeilijk, oorzaken van gekwetstheid in de samenleving aan te wijzen. Het is al vaak gezegd, maar misschien nog nooit doorvoeld: de maatschappij heeft van ons allen een nummer gemaakt, het gevolg van besturing via abstracte, bureaucratische principes. Het is gemakkelijk daaraan voorbij te gaan wanneer men niet afhankelijk is van de bureaucratie en leeft in welstand; maar zonder die weldaad is de knoet van de abstractie misschien nog wel erger (want onbegrijpelijker) dan die van een tsaar van vlees en bloed, die men kan personifiëren en vervloeken. De gekwetste persoonlijkheid is alom aanwezig in onze samenleving, en door de politieke elite nauwelijks onderkend, laat staan geadresseerd. In de VS misschien nog wel meer dan elders. Een Nederlandse televisieploeg die laatst door de VS reisde, werd overal gewaarschuwd voor gevaarlijke gekken, weirdos, die het land onveilig maakten. Maar waar ze ook kwamen, ze vonden geen gevaarlijke gekken, wel andere Amerikanen, vriendelijke mensen, die bang waren voor gevaarlijke gekken.
De onderhuidse verbinding van de leider met deze in het volk levende gekwetstheid is voor ons een nieuw verschijnsel. Door zo’n verbinding kan de leider heel ver gaan zonder de steun van zijn achterban te verliezen – desnoods met opzij zetten van de regels en met een beroep op ‘het volk’ over de formele democratie heen. De geschiedenis lijkt te leren dat ‘de wereld’ daartegen een ferme lijn moet trekken die nooit, maar dan ook nooit overschreden mag worden. Voorlopig lijkt die wereld zeer gealarmeerd, en volop bereid om dat te doen. Maar het zal moeilijk zijn, precies te bepalen welke maatregelen massief moeten worden tegengewerkt, en bij welke maatregelen zich toch de gunstige invloed van nieuwe bezems doet voelen. De consequentie van mijn visie is: de grens ligt bij het respect voor de democratie. Maar veel mensen leggen de grens misschien eerder bij het schaden van een (nog zo hooggestemd) belang, zoals een pijplijn of het klimaat. Het gekrakeel over zo’n grens zal Trump uiteindelijk alleen maar ten goede komen. Misschien gaan wij het zelfs nog eens betreuren dat Obama aan het eind van zijn ambtsperiode zijn bevoegdheden zo sterk heeft opgerekt, al was het ten dienste van goede doelen: het wereldklimaat, of de vrijlating van Chelsea Manning. Als Trump het voorbeeld van zijn voorganger gaat volgen, zijn wij misschien veel minder blij.
De onderhuidse boodschappen van leiders zijn misschien wel de belangrijkste boodschappen die zij uitdragen. Wat gaat er gebeuren nu een leider is aangetreden die zijn gekwetste persoonlijkheid uitdraagt?