Het TGV-station van Luik is nog in aanbouw, dat van Brussel-Zuid vrijwel voltooid. Overal lichte materialen, aluminium en marmer met verantwoorde toetreding van licht en de suggestie van ruimte. Wat een verschil met de oude, op negentiende-eeuwse technologie gebouwde perrons. De ijzeren draagbalken zwart, zwaar en verroest; de pilaren lomp en de tunnels eng en somber. De vooruitgang van de technologie weerspiegelt zich in het design.
De passant heeft historisch bewustzijn nodig om zich rekenschap te geven van wat nog meer is verdwenen dan gietijzeren constructies. Zowel in Brussel als Luik heeft men de komst van de TGV aangegrepen om de omgeving te kuisen. In Brussel is de rij volkscafés aan de Anderlechtzijde van het Zuidstation vrijwel geheel opgeruimd, een vrije trambaan is als barrière opgeworpen tussen TGV-reiziger en volkscultuur. In Luik moest de aanpalende hoerenbuurt vertrekken met onbekende bestemming.
De eisen van het TGV-gilde zijn niet gering. Reizen per trein moet worden verheven tot luchtvaartkwaliteit en dat zal de stationsomgeving weten ook. In Maastricht moet voor drie miljoen Euro aan aluminium worden toegevoegd voor enkele TGV’s per dag, en eerlijk gezegd: de monumentale betonnen perronoverkappingen zijn natuurlijk een aanfluiting voor de gestroomlijnde flitstrein. In Arnhem, waar de stationsomgeving nog een keer is platgebombardeerd ten behoeve van de vooruitgang, hebben ze de TGV niet als excuus kunnen hanteren om de hoerenbuurt op te ruimen, maar ze hebben het er even grondig gedaan.
De grote schoonmaak heeft alle trekken van de eeuwige pogingen van het Über-Ich om korte metten te maken met de vitale krachten van het onderbewuste. Zich er niet van bewust dat de bron van zijn kracht in deze vitaliteit ligt, ziet de autoriteit zijn kans schoon om zijn vermeende tegenstander een grote slag toe te brengen. Natuurlijk, de praatjes zijn mooi. Om de vereiste investeringen terug te verdienen moet een hoogwaardige omgeving worden geschapen; het laagwaardige zoals gietijzer, het volkscafé en het bordeel moet daarvoor wijken. Géén twijfel rond de vergadertafel, neen enthousiasme.
Het is het nihilisme van de geest. Schoon, schoner, schoonst. Als de mensheid aan deze klus begint gaat het radicaal. En nihilisten van de geest zijn overal. Bien étonnés de se trouver ensemble: de één kuist de wereld van hen die profeet besmeuren en de ander van smoezelige stationsomgevingen.
Maar deze strijd kan niet gewonnen worden. De basis van het familiekapitaal van de huidige transportbaron ligt misschien in de kaapvaart of anders in de uitbuiting van koloniale landarbeiders. Zijn zoon dient de muze en is dichter, zijn kleinzoon zoekt het avontuur in verre reizen, en vindt vrede in de lodge van een voormalige sjamaan. En misschien vertoont hij zichzelf wel met een enorme oranje hoed en in belachelijke poses bij een wereldkampioenschap.