De schoonheid van het uitzicht

Het uitzicht van het terras van ons vakantiehuis blijft verbazen. Niet alleen wij vinden het mooi, iedereen geniet ervan. Sommige gasten zitten er uren, een boekje lezend of met een glas pastis op tafel, zich af en toe lavend aan een blik in de verte.

De vraag intrigeert me, wat de schoonheid van dit uitzicht uitmaakt. Wij kijken niet uit op een overrompelend bergmassief, het zicht is weids maar niet overweldigend. Het uitzicht is ook niet echt vrij. Een olijfboom, een elektriciteitspaal van EdF en ons ‘benedenhuis’ staan half in de weg. De grote eikenboom van de onderburen beperkt het zicht.

En toch beleeft ieder de ervaring van schoonheid. De categorie waaronder deze valt is de harmonie. Het uitzicht is bovenal harmonieus. Het onderzoeken van die harmonie is een studie in de zegenrijke samenwerking van oog en brein. Bijvoorbeeld: het uitzicht is betrekkelijk klein, zodat de blik wordt geconcentreerd op wat echt mooi is. Het zicht beslaat eigenlijk maar de helft van de horizon, want links wordt het beperkt door onze den; wat zich rechts van buurmans eik bevindt is niet interessant want de heuvels zijn er recht en plat. Doordat het oog in één blik ‘het gehele landschap kan omvatten’, wordt de schoonheidservaring versterkt.

Of neem de elektriciteitspaal van EdF. Hij is een aanfluiting voor de goede smaak, maar doorgaans ziet het oog eraan voorbij; of misschien wordt het signaal tussen oog en brein onderdrukt, zodat de kijker zich niet bewust is van de storende betonnen aanwezigheid.

Als je langer kijkt valt op hoeveel elkaar in de weg staat. De geraniums op het terras staan vrij in het zicht en daarachter de olijf. Maar de olijf staat min of meer in de weg van Manosque en de Mont d’Or; achter de olijf EdF en de eik die echt in de weg staan. De Mont d’Or op zijn beurt staat vrijwel maar niet helemaal vóór Cheval Blanc.

Maar misschien is de harmonieuze samenwerking van alle onderdelen van het uitzicht juist te vinden in dat zinnetje ‘vrijwel maar niet helemaal in de weg staan’. Want, ten eerste, alle onderdelen van het uitzicht zijn overal te bewonderen. Olijfbomen, EdF en eiken volop. Manosque ligt in een kom en is mét Mont d’Or van overal te zien. Het dal is breed en de bergruggen in de verte tonen zich, al kom je maar uit de deur van de supermarché. Maar dan iets vreemds: terwijl bij ons de Mont d’Or met daarachter de karakteristieke vorm van Cheval Blanc overweldigend aanwezig is, is Cheval Blanc vanaf de Mont d’Or zelf slechts een kleine rimpeling in een langgerekt massief. Opnieuw: dat het oog wordt getrokken naar een detail versterkt de harmonie, en er is zelfs echte samenwerking doordat de Mont d’Or half voor de keten van Cheval Blanc staat – daardoor krijgen ze beide een nadruk die ze afzonderlijk niet zouden hebben.

Het licht van de Provence speelt een bijzondere rol. In de zomer is het zó hard dat alles als het ware plat gemaakt wordt, de enige nuance is dat verre bergen kunnen verdwijnen in grauwe heiigheid. Maar in voor- en najaar, met wolken en onweersdreiging in alle nuances, kan het licht elk uur veranderen. Bij zonsopgang, wanneer de hemel links van de Mont d’Or roze, oranje en langzamerhand geel gekleurd wordt, is Manosque nog grijs. Overdag verdiepen de wolkenschaduwen op het plateau van Valensole het besef van afstand. Onweersbuien zie je van ver aankomen, met hun wolken in alle tinten van wit tot donkergrijs. ’s Avonds, als de zon achter de hoogte van St.Alban is gezonken en ons huis in de schaduw ligt, wordt Manosque nog beschenen met een licht dat langzaam dieper wordt van helgeel tot donkergoud, het laatst de zandkleurige ruïne boven op de Mont d’Or die dan opeens alle aandacht trekt.

Zo wordt het uitzicht bepaald door laag na laag. Van geraniums naar olijf, benedenhuis met EdF, eik, Manosque, Mont d’Or, plateau van Valensole, de vormen van Cheval Blanc – het uizicht bevat op zich al zeven lagen en in de harmonie wordt het oog getrokken van laag naar laag, juist doordat de lagen elkaar gedeeltelijk in de weg staan. En het oog wordt getrokken door de wisseling van licht in de seizoenen en per uur van de dag.

Misschien is het wel zo met alles in het leven: wat echt de moeite waard is, is dat om een veelheid van redenen – die over elkaar heen tuimelen en elkaar gedeeltelijk in de weg zitten, die onderling tegenstrijdig zijn en met elkaar een onovertroffen harmonie vormen.