Wat komt er na gezond oud worden (healthy aging)? De vorderingen van de biotechnologie zijn de laatste tijd zó snel geweest dat sommige onderzoekers denken veroudering te kunnen aanpakken, die ultieme en fatale ziekte van de mens. Met zelfs hier en daar de suggestie dat wij ook de dood zouden kunnen vermijden – volgens sommige onderzoekers. Verjonging, of oud worden zonder te sterven, zogezegd.
Gezond oud worden: doe niet of het je niet aangaat
Geen onderwerp is zo fundamenteel persoonlijk als de vraag naar gezond oud worden. Alle hoop, en belangrijker nog, alle vrees van de mens wordt erin samengebald. We hebben gezien hoe de generatie van onze ouders en grootouders worstelde met hun aftakeling. Is het zo vreemd om te denken dat onze aandacht voor gezond oud worden heimelijk ook tot doel heeft onze eigen aftakeling te voorkomen? Toch behandelen vrijwel alle wetenschappelijke artikelen op internet dit onderwerp heel afstandelijk: ze classificeren de factoren die bijdragen aan gezond oud worden, ze voorspellen dat de gezondheidszorg minder zal gaan kosten, en ze voorzien positieve economische effecten van mensen die langer gezond leven en een bijdrage blijven leveren aan de economie. Kijk bijvoorbeeld eens naar het curriculum van de Hanzehogeschool in Groningen, die dit onderwerp tot speerpunt heeft gekozen in onderwijs en onderzoek. Ook het overheidsbeleid bemoeit zich ermee, omdat de groeiende groep rijke ouderen een aantrekkelijk doelwit vormt voor kuuroorden, cruises en andere activiteiten van ouderen waarbij het geld rolt. De dood komt bijna nooit voorbij. Terwijl wij ons toch kunnen afvragen: wat komt er na gezond oud worden? Gezond sterven? Waarom erkennen mensen niet dat het bij ouder worden gaat om heel persoonlijke vraagstukken?
Laat ik daarom vanaf het begin duidelijk maken hoe ik hier tegenover sta. Ik ben 72 en voel dat ik de eindfase van mijn leven ben binnen gegaan, en daar geniet ik van. Ik voel mijn lichamelijke krachten afnemen, en daar geniet ik van. Ik geniet daardoor dieper van de goede dingen van het leven. Van tijd tot tijd struikel ik over de spreekwoordelijke losse straatsteen waarbij ik maar met moeite mijn evenwicht bewaar, en vraag me af of er ook losliggende straatstenen waren toen ik nog jong was. Ik ben gezond, bij de dokter komen er nooit problemen naar boven, maar zulke gebeurtenissen herinneren me aan mijn afnemende krachten, in laatste instantie aan mijn sterfelijkheid. In het leven mag de lichamelijke kracht dan de vorm hebben van een klokvormige grafiek, maar dat geldt misschien niet voor de geestelijke kracht. In de spanningsboog van het menselijke leven heeft elke fase zijn eigen behoeften; maar in onze tijd likt dit idee van een spanningsboog te zijn verdwenen. Ik vraag me af waarom wijsheid, het voorrecht van de ouderdom in vroeger tijden, niet langer in ere wordt gehouden; waarom het verlangen om er jong uit te zien doorloopt totdat mensen zo ongeveer seniel worden; waarom de samenleving zoveel moeite heeft met een respectvolle behandeling van ouderen. Is het vergezocht om te denken dat onze samenleving panisch van angst reageert op de dood? Door deze lens zal ik de huidige mode van gezond oud worden benaderen, en ook de verhevigde manifestatie hiervan, de biotechnologische pogingen om veroudering als zodanig terug te draaien.
Verjongende biotechnologie
De aanzet voor het schrijven van deze artikelen kwam van een artikel in de MIT Technology Review door Antonio Regalado over een startup met de naam Rejuvenate Bio; deze wil levende wezens verjongen, te beginnen met honden, maar uiteindelijk ook mensen. De te gebruiken techniek is gentechnologie. Het bedrijf zegt voorbereidende proeven te hebben gedaan op beagles, en claimt dat het dieren ‘jonger’ zal maken door toevoeging van nieuwe DNA instructies aan hun lichaam. Met gentechnologie hebben zij de levensduur van wormen verdubbeld; met bloedtransfusies hebben ze een jonger niveau bereikt van biomarkers in muizen. De drijvende kracht achter het nieuwe bedrijf is George Church (momenteel 64), een biotechnoloog met veel succesvol gentechnologisch onderzoek op zijn naam. Hij stond (mede) aan de wieg van 22 bedrijven, volgens Wikipedia, en nam onder meer een aandacht trekkend initiatief voor het inblazen van nieuw leven in de wolharige mammoet. Rejuvenate Bio is zijn meest recente initiatief, het bedrijf is zeer ambitieus. De persoonlijke ambitie van George Church is ‘130 te worden in het lichaam van een 22-jarige.’ En David Sinclair, een biotechnoloog uit Harvard die samenwerkt met het laboratorium van Church, zegt in het artikel in de Technology Review: ‘De verlenging van het leven van de mens zal de allergrootste verworvenheid worden van de 21e eeuw. Wat Elon Musk doet, zal vergeleken daarmee met een slakkengang gaan.’ Geweldig! Zal dat niet revolutionair zijn?
De startup heeft verleden jaar zelfs de aandacht getrokken van het Amerikaanse leger; deze heeft (een onbekende hoeveelheid) geld van hen gekregen. Het leger zegt dat het vooral belangstelling heeft voor prestatieverbetering – eerst bij muizen, dan bij honden, en uiteindelijk, naar we moeten aannemen, bij soldaten. Rejuvenate Bio heeft zich dus al verzekerd van een paar machtige vrienden. Betekent dit ook een stralende toekomst voor het bedrijf
Onsterfelijkheid als geldmachine
Rejuvenate Bio doet erg geheimzinnig. Hebben ze al een levend wezen verjongd? Zelfs hun website geeft geen enkele informatie. Maar zij hebben een brochure uitgegeven waarmee zij Cavalier King Charles spaniels zoeken die zij kunnen behandelen. Deze honden hebben veel erfelijke problemen, waaronder een ziekte aan de tweeslippige hartklep, waaraan ongeveer de helft van deze hondjes overlijdt voordat ze 10 jaar oud zijn. Rejuvenate Bio heeft niet bekend gemaakt wat hun behandeling gaat inhouden, maar hun researchdirecteur Noah Davidsohn heeft, volgens MIT Technology Review, net zo’n behandeling uitgevoerd op muizen. ‘Daarbij heeft hij gentherapie gebruikt, waarbij een eiwit werd geblokkeerd, TGF-bèta, dat een ‘hoofdschakelaar’ zou zijn in het proces waarbij de hartkleppen littekens ontwikkelen, dikker worden, en vergroeien, hetzelfde probleem als bij de honden.’
Misschien is het wel een meesterzet van Rejuvenate Bio om eerst voet aan de grond te krijgen in de Amerikaanse markt van huisdieren, voordat zij verder gaan met het verjongen van mensen, wat onder een vergrootglas zal liggen en veel risicovoller zal zijn. Amerikanen staan bekend om de (soms lachwekkende) hoeveelheden geld die zij besteden aan hun geliefde huisdieren ($20 miljard alleen aan rekeningen van de dierenarts). Maar bij succes zullen rijke Amerikanen het bedrijf weten te vinden. Misschien is dat al aan de gang. Ideeën die de suggestie oproepen van onsterfelijkheid vinden een gewillig oor in Silicon Valley, zegt MIT Technology Review, waar miljardairs als Peter Thiel het verslaan van de veroudering zien als persoonlijke noodzaak én als mogelijk een maatschappelijke transformatie met enorme zakelijke kansen.
De technologie: gentherapie
Maar hoe ver is de technologie van verjonging nu eigenlijk? Om te beginnen: we kunnen niet zomaar nieuw DNA in een oude cel stoppen. Maar we kunnen sommige virussen in een ongevaarlijke toestand brengen voor honden (of mensen, indien nodig), en bij zo’n virus ‘nieuw en verbeterd’ DNA inbrengen. Als dat virus in de cel wordt gebracht, zal het dit nieuwe DNA aan zijn kern overdragen. Dit is gentherapie. Wij kunnen dit uitvoeren bij individuele cellen, en tegenwoordig ook bij weefsels in het lab. Er zijn berichten dat bij muizen die gentherapie ondergaan, sommige cellen (hoeveel? welke?) worden teruggebracht tot een jonge staat, die overeenkomt met het embryo. Meer betekenisvolle resultaten zijn tot nu toe niet gemeld. Zoals gezegd, Rejuvenate Bio laat erg weinig naar buiten komen. Een volgend doel kan zijn dat we in een levend organisme een aantal cellen terugbrengen naar een jeugdige staat. Maar we weten niet of op dit gebied resultaat is geboekt. Daarna komt het upgraden van hele organen of lichaamsfuncties naar een jongere toestand. Nog moeilijker. Het menselijk lichaam bestaat uit zo’n 100.000 miljard cellen. Zouden we elk van deze cellen moeten terugbrengen naar een jeugdige staat? Of slechts één procent daarvan (nog altijd 1.000 miljard)? We weten het niet. De Biofuels Digest, die een artikel wijdde aan dit onderzoek, signaleert dat er vele mogelijkheden zijn voor onbedoelde en/of ongunstige gevolgen. Het veranderen van een gen dat verantwoordelijk is voor een hartziekte kan bijvoorbeeld verkeerd uitpakken voor andere organen. Misschien heeft de behandeling wel helemaal geen effect. Sommige mensen denken dat die hele therapie niets anders is dan gebakken lucht; of dat er eerst overtuigend bewijs moet zijn van succesvolle therapieën bij muizen voordat wij moeten beginnen aan honden.
Onsterfelijkheid, of verjonging die uit de hand loopt?
George Church, de onderzoeker bij MIT die de inspiratie heeft gegeven voor dit onderzoek, zou best proefkonijn willen zijn bij zijn eigen therapie, zo zegt hij. Maar ook dit is niet zonder risico. Als we erin slagen de cellen in ons lichaam te verjongen, waar houdt dat proces op? Kunnen we überhaupt wel bepalen op welk niveau de cellen moeten stoppen zich te verjongen? Zo niet, dan zouden sommige cellen misschien steeds verder gaan met hun ontwikkeling naar een eerder stadium, misschien uiteindelijk tot het niveau van stamcellen, en zich van daaruit in alle mogelijke richtingen verder gaan ontwikkelen, misschien met fatale gevolgen. Als ik George Church was, zou ik van tevoren zeker willen weten dat dit niet gaat gebeuren. En nog een vraag, waarop ik in de literatuur geen antwoord heb gevonden: gaan alle organen zich samen verjongen, of zouden we misschien specifieke organen kunnen aanvatten, zeg de lever, wat nieuwe vergezichten kan openen voor de alcoholverslaafden onder ons?
En toch, aldus het commentaar van Biofuels Digest, willen veel mensen heel graag dat hun hond zijn staart weer vele jaren met jeugdige kracht gaat zwaaien. Misschien is een glimpje hoop al voldoende voor hen om hun portemonnee te trekken. En wat mensen betreft: doodgaan is niet populair, en aangezien je niets mee kunt nemen, is de investeringspool voor de wetenschap van onsterfelijkheid breed en diep. Dus, hoe het onderzoek er ook voorstaat, de suggestie van onsterfelijkheid door de wetenschap zal voorlopig nog wel niet verdwijnen.
Verjonging, voor wie? Waarom?
In de hele discussie over biotechnologische verjonging stellen heel weinig onderzoekers de vraag waarom dit doel eigenlijk de moeite waard is. Bij deze hele zoektocht naar gezond oud worden, of zelfs verjonging, blijft de dood zorgvuldig buiten het zicht. Terwijl de dood toch een integraal onderdeel is van het oud worden. Zelfs als we 130 worden in het lichaam van een 22-jarige, het ideaal van George Church, dan is de dood een logisch vervolg, misschien als we 131 zijn – of zou de wetenschap ons wel 260 laten worden? Vreemd dat de dood hier niet ter sprake komt. Ja, wel bij sommige auteurs, zoals Theodore Cosco, Stephan Blossom en Carol Brayne in hun artikel ‘Deathless models of aging and the importance of acknowledging the dying process’. Zij schrijven: ‘Door de dood en het sterven weg te laten uit modellen van positief oud worden, missen we de kans om het stervensproces zo ‘succesvol’ mogelijk te maken. Zoveel mogelijk maken van het sterven betekent niet noodzakelijkerwijs dat we de dood ten koste van alles zo ver mogelijk weg houden, maar dat we positieve mentale en lichamelijke condities zoveel mogelijk bevorderen.’ Zou de kwaliteit van het sterven niet tenminste zo belangrijk zijn als de kwaliteit van het leven? Omdat de angst voor de dood eigenlijk meer de angst is voor het stervensproces, dan de angst voor het er-niet-meer-zijn. Misschien moeten we de suggestie van deze auteurs volgen, en het voortaan hebben over ‘succesvol oud worden’ en niet meer over ‘gezond oud worden’, laat staan verjonging.
Maar we moeten ook het idee om ons leven te verlengen door verjonging, als zodanig ter discussie stellen. Dit is het onderwerp van een artikel door Martien Pijnenburg en Carlo Leget: ‘Who wants to live forever? Three arguments against extending the human lifespan’. Nu bewegen we ons op het gebied van de filosofie, en niet meer van de wetenschap. De auteurs zien drie bezwaren tegen onderzoek dat specifiek gericht is op verlenging van het leven. Het eerste heeft betrekking op rechtvaardigheid. Alleen de rijken zullen baat hebben bij de verjongende therapieën die ontwikkeld gaan worden; hun toch al lange levens worden er nog eens langer door, en dat in een wereld waar zeer grote verschillen in levensverwachting bestaan. We zouden veel méér kunnen bereiken, in termen van levensjaren, als het onderzoeksgeld besteed werd aan de ontwikkeling en toepassing van therapieën voor veel voorkomende tropische ziekten. Het tweede argument heeft betrekking op mensen als sociale wezens. ‘Langer leven,’ schrijven de auteurs, ‘is alleen waardevol als we blijven leven in zinvolle relaties. De kwaliteit van de tijd is belangrijker dan zijn kwantiteit. De werkelijke ethische uitdaging voor verouderende samenlevingen zou daarom moeten zijn hoe we de sociale levensomstandigheden kunnen verbeteren, en niet hoe we veroudering als zodanig kunnen stoppen.’ Hun derde argument gaat over de zin van het leven. De auteurs voeren aan dat ‘boven jezelf uitstijgen’ belangrijk is in wereldgodsdiensten én in niet-religieuze filosofieën, in tegenstelling tot het egoïstisch najagen van persoonlijk geluk. Uit deze tradities volgt daarom eerder een verlies van belangstelling voor zelfbehoud en langer leven, dan de wens om individueel langer te leven. ‘Zowel geluk als een zinvol leven zijn gebaat bij bescheidenheid, en het vermogen om te gedijen bij het gedijen van anderen.’
Verjonging: het onvermijdelijke proberen te vermijden
Kortom: wat is het najagen van een langer leven door verjonging anders dan een egoïstische poging om het onvermijdelijke te vermijden? Gezond oud worden zonder te sterven? Ja, dat is aantrekkelijk voor mensen die denken dat dat verlengde leven, maar dan wel in een 22-jarig lichaam, aangenaam en waardevol is. Deze nadruk op het lichamelijke aspect herinnert ons aan wat wordt vergeten: het gevoels- en geestelijke leven. Dat is nu precies waarop filosofie en literatuur wél de nadruk leggen. Wat kunnen we nog zinvol doen wanneer de spanningsboog van het leven is verstoord door verjonging? Zou de 130-jarige in het lichaam van een 22-jarige elke dag gaan werken, als onderwijzer, stratenmaker, boekhouder, zoals de meeste 22-jarigen? Neen, natuurlijk niet, mensen met dit ideaal stellen zich een toestand van eeuwig dolce far niente voor. In de werkelijkheid van condominiums gebouwd voor rijke oude mensen komt dat neer op dagelijkse lichte gymnastiek, golf of het nuttigen van gezondheidsdrankjes dan wel suikervrije gin-tonics. Waar verveling zozeer aanwezig is dat het getuigt van slechte smaak om erover te praten. Waar de dood, als hij toevallig langs komt, snel uit het zicht wordt gebracht, zodat het leven van alledag weer kan doorgaan.
Ik kijk dan ook vooral ironisch aan tegen dit verlangen naar verjonging. Bij succes verstoort deze de spanningsboog van het leven, de ongelukkige proefkonijnen achterlatend in eeuwigdurende verveling. Aan de andere kant zullen we mensen in onze hyper-individualistische Westerse samenleving er niet van kunnen weerhouden hun zakken te legen in de handen van uitgekookte onderzoekers die eerder vervulling dan verveling beloven. Verjonging – wat een oppervlakkig levensdoel.